Boerenzwaluw

(foto: Vogeldagboek.nl)

Beschrijving

De boerenzwaluw en de huiszwaluw zijn de meest voorkomende zwaluwen in Nederland en België. De boerenzwaluw onderscheidt zicht van de huiszwaluw door de bruinrode keel en voorhoofd en in de vlucht door de veel dieper gevorkte staart. Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden door de langere buitenste staartpennen. De boerenzwaluw is een behendige vlieger die in de vlucht maar met moeite is te volgen. Insecten vormen het belangrijkste voedsel en worden in de vlucht gevangen. De gevangen insecten blijven hangen in de snavelborstels, borstelige haren bij de snavelwortel. Afhankelijk van het weer jaagt de boerenzwaluw hoog in de lucht of laag bij de grond.

Het nest van de boerenzwaluw is gemaakt van modder en plantenresten en wordt bijna altijd tegen een gebouw gemetseld.De boerenzwaluw overwintert in Afrika ten zuiden van de Shara. De vogel vormt dan grote zwermen meestal samen met andere zwaluwen.

Broeden

  • Broedperiode: mei - juli soms nog een 2de legsel in september
  • Koloniebroeder: semi-koloniebroeder
  • Aantal legsels: 2 - 3
  • Aantal eieren: 4 - 8
  • Incubatie: 11 - 19 dagen
  • Nestduur: 18 - 23 dagen
  • Kleur eieren: ?
  • Aantal broedparen: 100.000 tot 200.000

Kenmerken

  • Lengte: 17 - 21 cm
  • Spanwijdte: 32 - 34 cm
  • Gewicht: ca. 22 gram
  • Maximale leeftijd: 6 jaar
  • Snavel: kleine zwarte snavel (insecteneter)
  • Poten: kleine poten

Herkenning

Opvallende kenmerken: zeer opvallende vlucht. Scheert als een mes door het luchtruim. Opvallende lange staartpennen. De vorm van de staart heeft een grote wigvorm. Rood voorhoofd en kin.

Gedrag: maakt zijn nest aan balken in gebouwen en schuren. Vliegt als een acrobaat door de lucht met zijn bek open om insecten te vangen. Om te drinken vliegen ze vlak boven het wateroppervlak en steken af en toe hun snavel in het water. Boerenzwaluwen zijn familievogels. Er kunnen dan ook meerdere nesten naast elkaar worden gemaakt. Jonge zwaluwen van het eerste legsel helpen vaak met het voeden van de jongen uit het tweede legsel. Na de broedtijd verzamelen de boerenzwaluwen zich in grote groepen en eten zich vol met insecten al vorens ze naar het zuiden vliegen.

Kleed: zwart bovenkleed, met een blauwe gloed, gescheiden door een wit onderkleed. Het voorhoofd en de keel zijn roodbruin van kleur. Er is een bruinrode keelvlek aanwezig. De staart heeft lange punten en is diep gevorkt.

Verspreiding

Europese verspreiding: de boerenzwaluw komt op vrijwel het gehele Noordelijk Halfrond, en dus ook in heel Europa voor. Alleen op IJsland vindt de soort weinig van zijn gading; de boerenzwaluw is er een zeer schaarse broedvogel.

Trekroute: de boerenzwaluw trekt in groepen pal naar het zuiden. In september en oktober kunnen grote groepen boerenzwaluwen gezien worden; deze vogels verzamelen zich voor de lange reis naar Midden-Afrika.

Overwinteringsgebied: uit ringonderzoek is gebleken dat de boerenzwaluwen die in Nederland broeden vooral overwinteren in West- en Centraal-Afrika, ruwweg het gebied tussen Ivoorkust en Angola.