Putter
(foto: Vogeldagboek.nl)
Beschrijving
De putter is door de bont gekleurde kop van zowel het mannetje als het vrouwtje een onmiskenbare vogel die met geen enkele andere vogel te verwarren is. In de vlucht valt vooral de brede , gele vleugelstreep over de verder zwarte vleugel op. Ook de zang van de putter is duidelijk herkenbaar en bestaat uit een snelle opeenvolging van korte, gevarieerde tonen. De putter laat de zang vooral in de vlucht horen.
Buiten de broedtijd wordt de putter vaak in groepjes gezien in de buurt van distels. Om deze reden wordt de putter ook wel distelvink genoemd. De snavel van de vogel is lang voor een vinkachtige, zodat de vogel makkelijk bij de zaden van distels en klissen kan komen. Hierbij hangt de putter vaak ondersteboven.
Broeden
- Broedperiode: vanaf april
- Koloniebroeder: nee
- Aantal legsels: 2 - 3
- Aantal eieren: 3 - 8
- Incubatie: 11 - 14
- Nestduur: 13 - 18 dagen
- Kleur eieren: wit met rood-bruine spetters
- Aantal broedparen: minder dan 20.000
Kenmerken
Lengte: 12 - 15 cm
- Spanwijdte: 23 - 27 cm
- Gewicht: 11 gram
- Max. leeftijd: 9 jaar
- Snavel: spits, vrij lang en kegelvormig
- Poten: licht, bruin-roze
Herkenning
Gedrag: met zijn lange puntige snavel is de putter uitermate geschikt om diep liggende zaden van kaarden, distels, klissen en andere planten los te peuteren. Samen met sijzen worden ze ook vaak aangetroffen in berken- en elzenbosjes.
Kleed: de rug is bruin van kleur. De buik is gedeeltelijk wit en gedeeltelijk bruin van kleur. Het gezicht is rood, omgeven door een brede witte rand. De nek is zwart en over de vleugel loopt een brede gele streep.
Verspreiding
Europese verspreiding: de putter is te vinden van zuidelijk Fenno-Scandinavie tot in Noord-Afrika en oostwaarts tot ongeveer 96 graden oosterlengte (Himalaya Gebergte). Spanje, Frankrijk en Portugal zijn verantwoordelijk voor de grootste aantallen putters, maar de soort is zeer regelmatig verspreid over alle Europese landen - uitgezonderd de noordelijke staten
Overwinteringsgebied: er bestaan vermoedens dat in Nederland broedende putters (gedeeltelijk) wegtrekken naar Zuidwest- Europa., maar ring onderzoek heeft hierover nog geen uitsluitsel gegeven.