IJsvogel
(foto: Kees van Rijsbergen)
Beschrijving
De ijsvogel is een zeer opvallende vogel die zowel aan de lichaamsbouw, de kleur en het gedrag gemakkelijk te herkennen is. Kleine visjes vormen het belangrijkste voedsel en de ijsvogel komt dan ook vooral voor in de buurt van helder, visrijk water. De vogel jaagt vanaf een post boven het water of biddend in de lucht en stort zich vervolgens loodrecht naar beneden om recht boven een vis het water in te duiken. De ijsvogel vliegt doorgaans in een rechte lijn snel en laag over het water. Het nest bevindt zich in een steile oever en bestaat uit een nestholte die te bereiken is via een zelf gegraven gang. Hoewel de meeste Nederlandse ijsvogels ’s winters niet wegtrekken, komen vogels uit koudere streken in Nederland overwinteren. Ondanks de naam is de ijsvogel gevoelig voor strenge winters. Behalve door de kou sterven ook vogels doordat oppervlaktewater dicht vriest, waardoor de vogel niet langer op vis kan jagen. Leefomgeving en voedsel Biotoop: beken en meren, moeras, oevers, park en tuin, plassen, rietland en ruigte, rivieren en vennen. Voedsel- en broedbiotoop: IJsvogels duiken in helder, liefst stromend water naar visjes en waterinsecten zoals libellenlarven. Vissen hebben echter de voorkeur. Bij het duiken wordt het oog beschermd door een speciale ‘duikbril’: een transparant vlies schuift voor het oog en beschermt het tegen onwillige prooivissen en waterplanten. Voedsel: Vis en ongewervelden
Broeden
- Broedperiode: maart - augustus
- Koloniebroeder: nee
- Aantal legsels: 2 – 3
- Aantal eieren: 5 – 7
- Incubatie: 19 – 21 dagen
- Nestduur: 23 – 27 dagen
- Kleur eieren: wit
- Aantal broedparen: enkele honderden
Kenmerken
- Lengte: 17 tot 20 cm
- Spanwijdte: 24 – 28 cm
- Gewicht: 34 – 36 gram
- Snavel: Mannetje heeft een zwarte dolkachtige snavel, bij vrouwtje is de snavel rood aan de onderkant. Een juveniel heeft een wit puntje aan het uiteinde.
- Poten: Volwassen exemplaren hebben fel oranje poten, bij de jongen zijn die donkerrood gekleurd
Herkenning
Opvallende kenmerken: Onmiskenbaar blauw-oranje gekleurd. Plomp gebouwd met korte staart en grote kop en snavel. Gedrag: De ijsvogel heeft een snelle, rechte vlucht, vaak vlak langs het wateroppervlak. Hij kan op deze manier snelheden bereiken van maximaal 80 kilometer per uur. De vleugelslag is snorrend, afgewisseld met een korte glijperiode. Hierdoor is er van een ijsvogel in vlucht zelden meer te zien dan een blauw-oranje flits. Kleed: De ijsvogel heeft echter een overwegend blauwe kleur, waarbij de veren van de kop en vleugels iriserend blauwgroen zijn maar op het midden van de rug lichter tot kobaltblauw. De staartveren zijn echter weer wat donkerder. De veren aan de borst en buikzijde zijn warm oranje gekleurd en steken hiermee duidelijk af. Van de snavel tot achter het oog is op de wang een oranje oogstreep aanwezig, die abrupt overgaat in een heldere witte streep, ook de keel van de ijsvogel is wit.
Verspreiding
Europese verspreiding: Geheel Europa, met uitzondering van IJsland. De ijsvogel mijdt toendra- en taigalandschappen en komt ook niet voor op grote hoogte (Alpen). Kortom: overal waar helder, stromend water voorhanden is dat niet (overal) bevriest in de winter. Trekroute: Continentaal Europa Overwinteringsgebied: Centraal Europa