Tiendoornige stekelbaars
(foto: www.digitalnature.org)
De tiendoornige stekelbaars Pungitius pungitius wordt ook wel zwarte stekelbaars genoemd omdat het mannetje een zwarte buik krijgt in de paaitijd. Ze heten "tiendoornig", maar er zitten 9 tot 11 stekels op de rug die onregelmatig van elkaar staan zodat ze plat gelegd kunnen worden zonder dat ze elkaar raken. Het is een klein visje dat 5 tot 7 cm lang wordt en is daarmee het kleinste visje in Nederland.
De tiendoornige stekelbaars bevolkt vaak als eerste geïsoleerd liggende wateren. De soort heeft een voorkeur voor kleine, plantenrijke wateren. Hij kan voorkomen in brak water, maar trekt niet ieder seizoen naar zee. De tiendoornige stekelbaars kan ook in stromende wateren voorkomen maar minder stroomopwaarts dan de driedoornige stekelbaars. Ze zijn verzot op muggenlarven en helpen zo de waterkwaliteit te verbeteren in ietwat vervuilde wateren. Ze worden vaak op plaatsen aangetroffen die te klein of te dichtbegroeid zijn voor andere vissen.
De Batouwe heeft best een grote populatie aan tiendoornige stekelbaarzen, vooral op Appel 6 achter de oeverzwaluwwand daar waar onze ijsvogels huizen.